Het proza van de Duitse auteur Kristine Bilkau (1974) is sober, haar personages zijn heel doorsnee, hun belevenissen net zo gewoontjes (of net zo bijzonder) als die van ons allemaal - en toch weet ze de aandacht vast te houden.
Bilkaus derde roman Bij de buren, vorig jaar genomineerd voor de Deutsche Buchpreis, volgt de wederwaardigheden van twee vrouwen, dertiger Julia en zestiger Astrid. Hun enige overeenkomst lijkt aanvankelijk dat ze in dezelfde provincieplaats wonen, aan een kanaal in de buurt van Hamburg. Huisarts Astrid groeide er op, keramiste Julia woont er sinds kort, met vriend en hond. Idyllisch is het plattelandsbestaan trouwens allerminst. In het ooit levendige stadje wacht het enige warenhuis op sloop, het openluchtzwembad is al twee seizoenen gesloten, het jeugdcentrum met spaanplaten dichtgetimmerd. En niemand die de neergang tegenhoudt.
Bilkau gunt Astrid en Julia om en om een hoofdstuk. Behendig speelt ze daarbij met de lezersverwachting dat haar pe…Lees verder
Het proza van de Duitse auteur Kristine Bilkau (1974) is sober, haar personages zijn heel doorsnee, hun belevenissen net zo gewoontjes (of net zo bijzonder) als die van ons allemaal - en toch weet ze de aandacht vast te houden.
Bilkaus derde roman Bij de buren, vorig jaar genomineerd voor de Deutsche Buchpreis, volgt de wederwaardigheden van twee vrouwen, dertiger Julia en zestiger Astrid. Hun enige overeenkomst lijkt aanvankelijk dat ze in dezelfde provincieplaats wonen, aan een kanaal in de buurt van Hamburg. Huisarts Astrid groeide er op, keramiste Julia woont er sinds kort, met vriend en hond. Idyllisch is het plattelandsbestaan trouwens allerminst. In het ooit levendige stadje wacht het enige warenhuis op sloop, het openluchtzwembad is al twee seizoenen gesloten, het jeugdcentrum met spaanplaten dichtgetimmerd. En niemand die de neergang tegenhoudt.
Bilkau gunt Astrid en Julia om en om een hoofdstuk. Behendig speelt ze daarbij met de lezersverwachting dat haar personages vast met elkaar te maken zullen krijgen. Ook voegt ze aan hun verhaallijnen thrillerachtige elementen toe, die de spanning er prettig in houden. Bij Astrid zijn dat anonieme brieven, vermoedelijk van een boze patiënt ('U gaat nog spijt krijgen van uw arrogantie, geloof me maar'), waardoor ze volkomen uit het lood slaat. Bij Julia haar getob over het verlaten ogende huis van de buren. Als voormalig grotestadsbewoner voelt ze zich 'ongemakkelijk' bij het idee zich met andermans leven te bemoeien. Toch besluit ze met een politieagent te praten, maar zijn standaardvragen kan ze al nauwelijks beantwoorden. 'Waarschijnlijk komt ze over als een overbezorgde dorpeling die tegelijkertijd geen idee heeft wat er eigenlijk om haar heen gebeurt.'
Hoe verschillend de twee vrouwen ook zijn, ze hebben gemeen dat ze zich allebei eenzaam voelen - ieder op eigen wijze, dat wel. Door een tactloze opmerking heeft Astrid haar buurvrouw, tevens hartsvriendin, van zich vervreemd. Ze mist hun dagelijkse contact deerlijk. Haar man is voornamelijk bezig om te wennen aan zijn nieuwe status als gepensioneerde, hun drie volwassen zoons wonen ver weg. Julia, sowieso nogal mensenschuw, hunkert hevig naar een baby. Voortdurend bezoekt ze fora van vrouwen die ook zwanger proberen te raken, accounts van supermoeders die niets liever doen dan hun gezinsgeluk etaleren. 'Ze verspilt alweer haar werktijd, ze moet ermee stoppen langs de foto's te scrollen, maar ze houdt van deze werelden, en ze doorziet ze, en houdt alsnog van ze, ze zijn geënsceneerd, maar zo echt geënsceneerd, wie wil zijn leven nou niet zo kunnen ensceneren?'
Al met al komt Julia beter uit de verf dan Astrid. Het sterkst zijn de hoofdstukken waarin Bilkau het onpeilbare verlangen van Julia naar een baby beschrijft. Haar vriend Chris, bioloog van beroep en druk in de weer met de plasticbestrijding, lijdt zacht gezegd heel wat minder onder hun kinderloosheid. Regelmatig laat hij doorschemeren dat ze zich maar bij de feiten moet neerleggen. Chris heeft makkelijk praten, denkt Julia bitter, 'als je nooit naar een familie hoefde te verlangen omdat je er te veel van had'. Als hij tijdens een nieuwe ivf-kuur ontdekt hoeveel medisch verpakkingsmateriaal ze dagelijks weggooit, reageert hij ontstemd. Zij voelt zich 'betrapt en schuldig'. Nog schrijnender: de behandelingen zijn duur en hun spaargeld is bijna op. Julia beseft dat ze straks zullen moeten kiezen tussen ivf of zonnepanelen op het dak, tussen 'voortplanting of klimaatbescherming'.
Dan, bijna aan het slot, schampen de levens van de twee hoofdpersonen elkaar toch nog even. Als Astrid bij haar bejaarde tante langsgaat, vertelt die dat de nieuwe, jonge overbuurvrouw voor haar het gras heeft gemaaid. En dat zij dezelfde is als de keramiste met dat leuke winkeltje in het centrum waar ze weleens wat heeft gekocht. Astrid is stomverbaasd. 'Sommige dingen', peinst ze, 'zijn blijkbaar helemaal vanzelf met elkaar verbonden zonder dat je daar iets voor hoeft te doen.' Waarna het verhaal net zo weinig spectaculair eindigt als het begon. Niet erg. Alsof het het leven zelf is.
★★★☆☆
Uit het Duits vertaald door Ymke van der Staay. Cossee; 256 pagina's; € 14,99.
Verberg tekst