Na de roman La disparition (1969), waarin de letter e ontbrak, liet Georges Perec deze klinker acht jaar later revanche nemen in Les revenentes. Perec (1936-1982), lid van het illustere gezelschap Oulipo (Ouvroir de littérature potentielle, 'werkplaats voor mogelijke literatuur') was een meester in het zichzelf beperkingen opleggen bij het schrijven. Juist daardoor verlegde hij de grenzen van de literatuur.
Een roman met maar één klinker! De Griekse y helpt hem hier en daar ('Qelle merveye'), 'qu' is met goedkeuring door Oulipo vervangen door de q en Perec laat het boek zich in Engeland afspelen, waardoor hij zich wat vrijheden kan permitteren ('Let's see'). In de Franse taal klinkt de 'e' soms als 'a' (zoals de laatste e in 'événement') en Perec maakt hiervan gebruik in bijvoorbeeld Engleterre en Frence.
Zo zijn er meer alternatieve spellingsregels die je als lezer gaandeweg ontdekt. Je moet sommige dingen hardop lezen en wordt wel …Lees verder
Na de roman La disparition (1969), waarin de letter e ontbrak, liet Georges Perec deze klinker acht jaar later revanche nemen in Les revenentes. Perec (1936-1982), lid van het illustere gezelschap Oulipo (Ouvroir de littérature potentielle, 'werkplaats voor mogelijke literatuur') was een meester in het zichzelf beperkingen opleggen bij het schrijven. Juist daardoor verlegde hij de grenzen van de literatuur.
Een roman met maar één klinker! De Griekse y helpt hem hier en daar ('Qelle merveye'), 'qu' is met goedkeuring door Oulipo vervangen door de q en Perec laat het boek zich in Engeland afspelen, waardoor hij zich wat vrijheden kan permitteren ('Let's see'). In de Franse taal klinkt de 'e' soms als 'a' (zoals de laatste e in 'événement') en Perec maakt hiervan gebruik in bijvoorbeeld Engleterre en Frence.
Zo zijn er meer alternatieve spellingsregels die je als lezer gaandeweg ontdekt. Je moet sommige dingen hardop lezen en wordt wel een beetje kierewiet van al die e's, maar het werkt. De taalvondsten zijn grappig en het (flinterdunne) verhaaltje is knotsgek.
Er was al een Duitse vertaling van Les revenentes en na zijn interpretatie van La disparition ('t Manco) wilde Guido van de Wiel (van huis uit geen vertaler) natuurlijk niet achterblijven. Vandaar dat De wedergekeerden nu in de winkels ligt.
De Nederlandse werkwoorden moeten een uitdaging voor de vertaler zijn geweest. Doordat bijvoorbeeld het woordje 'is' verboden is, 'bleek' er veel in deze roman. Leest de voorgaande zin vreemd? Dat is meteen het probleem met de leesbaarheid van dit boek. De tijd waarnaar een woord of zin verwijst kun je het beste negeren, anders volg je het verhaal niet meer.
En hier en daar is het alsof de vertaler nog wat e-woorden op voorraad had die hij ook graag wilde gebruiken. Vaak zijn dat leuke vondsten en zinnige toevoegingen (het 'sex-peck' van de bisschop van Exeter bijvoorbeeld, of Meer Kees Dessède), maar soms verzwaren en bemoeilijken ze de tekst onnodig. Het Frans van Perec is puntig, het is net spoken word, met ongelooflijk veel binnenrijm. Het swingt. Dat doet dit Nederlands veel minder.
Des te ergerlijker is daarom dat de vertaler de alternatieve spelling in zijn voorwoord presenteert als een taal. Om iets te verduidelijken neemt hij Perecs zin 'Je cherche en même temps l'éternel et l'éphémère!' Daaronder staat: 'Deze zin wordt monovocalistisch in e: 'k Wens het permentente en evenzeer het efemere te beleven!' Van de Wiel lijkt even te zijn vergeten dat een andere vertaler deze zin ongetwijfeld anders zou vertalen.
Doe uzelf een lol en lees het wat schools geschreven voorwoord achteraf, want er valt genoeg te genieten in De wedergekeerden. Van de Wiel heeft mooie oplossingen bedacht voor de vertaalproblemen van het frençets van Perec. En het is natuurlijk geweldig dat nu ook dit huzarenstukje voor Nederlanders beschikbaar is.
Anders dan La disparition, dat je als een gewone roman kunt lezen, gaat het in De wedergekeerden meer om de vorm dan om het verhaal, dat op zichzelf niet veel om het lijf heeft. Les revenentes bestaat bij de gratie van - en ontleent zijn betekenis aan - La disparition. De losbandigheid hier staat in schril contrast met de raadselachtige verdwijningen in het e-loze boek. Er is sprake van een stel vrienden (Hélène, Estelle, Thérèse en Clément) en een bende dieven (Ernest en zijn epheben). Beide groepen hebben het gemunt op de sieraden (de 'jewelen' en 'neqelesses') van ster Bérengère de Bremen-Brévent. Na enkele verwikkelingen waarbij ook doden vallen, eindigt het boek in een pagina's lange, bizarre seksorgie in de kerk van Exeter, onder leiding van bisschop Serge Merelbeke. Het loopt gelukkig relatief goed af. 'The end'.
Uit het Frans vertaald door Guido van de Wiel. De Arbeiderspers; 128 pagina's; € 22,50.
Verberg tekst