31 dozen
×
31 dozen 31 dozen
Nederlands
2012
Vanaf 3-5 jaar
Dit beeldenboek laat de lezer fantaseren wat er in de dozen zit. Daarbij doet het zijn best om je op het verkeerde been te zetten. Niet alles is wat het lijkt. Een verfdoos kan een schilder in wording zijn en een EHBO-kist een geschaafde knie.

Leeswelp

In de bespreking van Dit is geen doos van Antoinette de Jong (De Leeswelp 2008, nr. 4) merkte ik al eens op dat ‘de doos’ een grote betekenis heeft in ons leven. Vanaf de glazen doos waarin we te vroeg geboren baby’s leggen tot de doos waarin we mensen leggen die het tijdelijke voor het eeuwige hebben geruild. In de tussenliggende tijd zit ons dagelijks leven ook vol dozen en doosjes. Al wat kostbaar is, zoals juwelen of pralines, stoppen we in doosjes. Maar ook alledaagse spullen die we liever niet zien rondslingeren, gaan in dozen. De ogenschijnlijk saaie doos is dus eigenlijk heel veelzijdig. Voor veel kunstenaars en architecten is de doos dan ook een vorm waar zij steeds naar terugkeren, een vorm met eindeloos veel functies. In de beslotenheid van ‘lengte x breedte x hoogte’ kan zich van alles afspelen. Een doos is een ideale ruimte voor onze verbeelding en prikkelt de nieuwsgierigheid. De opdracht voorin in 31 dozen van Cécile Boyer luidt dan ook: ‘Voor alle kinderen die een beetje nieuwsgierig zijn’. 
Dit oorspronkelijk Franse prentenboek vertrekt vanuit een heel eenvoudig concept. Het toont op de rechterpagina steeds het gesloten deksel van een doos. Links staat de vraag: ‘Wat zit er in deze doos?’ Op de volgende dubbele bladzijden staat het antwoord. De eerste doos blijkt ‘Een schilder in wording’ te bevatten. We zien niet de schilder zelf, maar zijn verfdoos. Een andere doos bevat ‘Gevaarlijk materiaal voor de vingers’ (een gereedschapskist). Bij elke doos probeert Cécile Boyer een verrassende invalshoek te bieden. Om voor enige afwisseling te zorgen, wordt het begrip doos hier en daar wat opgerekt. Zo kan ook een brievenbus doorgaan voor een doos, net zoals een gevlochten mand. 
31 dozen is helder van opzet en uitvoering. Het vraag-en-antwoordprincipe wordt het hele boek door consequent doorgevoerd. De dozen en hun inhouden steken kleurig af tegen een helderwitte achtergrond. De vormen van de dozen zijn teruggebracht tot hun essentie, maar de inhouden krijgen soms wel wat meer detaillering. Zo is er bijvoorbeeld een viskoffer te zien vol haken, dobbers, loodjes en lokaas. De meeste dozen en inhouden spreken voor zich. Maar wanneer je willekeurig door het boek bladert, roept een doos soms vragen op. Dit is het geval bij een ronde, roze doos met een rode strik, waaronder een kaartje is geschoven. Wat zou er in deze doos zitten en wat staat er op dat kaartje? Het antwoord staat op de volgende bladzijden: snoepjes als ‘Goedmakertjes voor de buren’. Het is pas als je de voorafgaande doos ziet, dat je weet waarom er iets moest worden goedgemaakt. 
Het principe van raden wat er in de dozen zit, werkt goed, zeker wanneer je het boek voor de eerste keer bekijkt. Na de eerste keer zal de verrassing er wel wat af zijn. Kinderen zullen het boek dan wellicht nog steeds leuk vinden omdat de gesloten dozen een beroep doen op hun geheugen. Ook nodigt 31 dozen uit tot het zelf bedenken van andere dozen met hun eigen onverwachte inhouden. De sobere, stevige uitvoering met grijs karton dat zichtbaar is aan de randen, sluit mooi aan bij het onderwerp van het boek. [Coosje Van der Pol]

NBD Biblion

Drs. A. ten Bruggencate
In 31 afgebeelde dozen zitten 31 antwoorden die – via de terugkerende vraag 'Wat zit er in deze doos?' – activeren om over vorm en inhoud na te denken. In een rode langwerpige doos zit gereedschap, zoals spijkers en een hamer ('gevaarlijk materiaal voor de vingers') en een ronde roze doos blijkt snoepjes te bevatten ('goedmakertjes voor de buren'). De dozen variëren in formaat, kleur, aantal en inhoud, maar alles wordt op dezelfde manier, heel plat en grafisch, afgebeeld. Op de ene dubbele bladzijde staan een of meer dozen. Na het omslaan van de pagina is de inhoud te zien met, in één regel grootgedrukte tekst, de beschrijving ervan. Die geeft niet letterlijk aan wat de inhoud is, maar omschrijft wat die kan betekenen. Dat is voor jonge kinderen onduidelijk; er zitten veel knipogen naar volwassenen in die in dit verband storend werken. Het hardkartonnen omslag, de stevige witte bladzijden, de eenvoud en het heldere kleurgebruik van de illustraties van dit prentenboek zijn geschikt voor peuters en kleuters; de verrassende inhoud van de ‘dozen’ biedt niet altijd herkenning voor de doelgroep. Te gebruiken met deze leeftijdsgroep voor begripsvorming over vormen en leren benoemen. Vanaf ca. 3 jaar.

Pluizer

31 dozen
Magali Haesendonck - 22 januari 2015

In elke jaarplanning op de kleuterschool komt het thema dozen wel eens voor en aan die vraag beantwoordt dit boek wonderwel. Aan de hand van 31 dozen en 31 vragen over wat erin zit, worden de kleuters op een zoektocht gestuurd door de wondere wereld der dozen. De vragen worden ook elke keer beantwoord. Je kan er altijd voor kiezen om de antwoorden over te slaan, want soms werken ze ook wel een beetje te sturend. En misschien zijn woorden als ‘kant-en-klaar maaltijd’ en ‘goedmakertjes’ toch een beetje hoog gegrepen voor de doelgroep. Wat wel erg leuk is aan die antwoorden is dat het bijvoorbeeld niet letterlijk een drumstel is, maar lawaai voor de buren en er af en toe een soort verhaal in zit. Zo wordt het drumstel opgevolgd door goedmakertjes voor de buren. Dit maakt het toch meer dan een gewoon kijkboek voor kleuters, waarin alles letterlijk benoemd wordt. Ook de prenten zijn meer dan gewoon; de gestileerde retro-getinte vormen gecombineerd met zachte pastelkleuren geven het geheel een speels karakter. Een leuk boek om te gebruiken in de klas of thuis.