Verwonderlijk is het niet dat de victoriaanse roman - met name die van de gezusters Brontë en Charles Dickens - geliefd blijft. Met zijn sfeervolle setting (verlaten kastelen, heidegronden, bruisend Londen), zijn personages vol conflict en zijn morele dilemma's kan de negentiende-eeuwse roman ook moderne lezers op sleeptouw nemen.
Momenteel is er een revival van dit soort boeken. Michel Faber ging eigenzinnig aan de slag met de victoriaanse roman in Lelieblank, scharlakenrood (2002), net als Anjet Daanje in haar bekroonde Het lied van ooievaar en dromedaris . En nu is er dus de vierde roman van Ann-Marie MacDonald, Fayne , een ruim 700 bladzijden tellend boek dat minder baanbrekend is dan het werk van Daanje en Faber, maar toch ook het genre aftast. Aan het slot breekt de roman zelfs door tijdgrenzen heen om uit te komen in de twintigste eeuw. In de kapel van landgoed Fayne hangt dan een discobal te blinken.
De jonge Charlotte Bell woon…Lees verder
Verwonderlijk is het niet dat de victoriaanse roman - met name die van de gezusters Brontë en Charles Dickens - geliefd blijft. Met zijn sfeervolle setting (verlaten kastelen, heidegronden, bruisend Londen), zijn personages vol conflict en zijn morele dilemma's kan de negentiende-eeuwse roman ook moderne lezers op sleeptouw nemen.
Momenteel is er een revival van dit soort boeken. Michel Faber ging eigenzinnig aan de slag met de victoriaanse roman in Lelieblank, scharlakenrood (2002), net als Anjet Daanje in haar bekroonde Het lied van ooievaar en dromedaris . En nu is er dus de vierde roman van Ann-Marie MacDonald, Fayne , een ruim 700 bladzijden tellend boek dat minder baanbrekend is dan het werk van Daanje en Faber, maar toch ook het genre aftast. Aan het slot breekt de roman zelfs door tijdgrenzen heen om uit te komen in de twintigste eeuw. In de kapel van landgoed Fayne hangt dan een discobal te blinken.
De jonge Charlotte Bell woont met haar vader op Fayne, een verlaten kasteel te midden van uitgestrekte moerasgronden, op de grens tussen Engeland en Schotland. Vader schermt haar af van de wereld, ze heeft een aandoening waarover je pas later meer te weten komt. Er verschijnt een huisleraar voor de hyperintelligente Charlotte, een wetenschapper in de dop. Charlottes wereld rekt zich uit en wordt zowel groter als geheimzinniger. Waarom houdt haar liefdevolle vader haar thuis? Hoe zijn haar moeder en broer overleden? En hoe zit het met tante Clarissa, de enige zus van haar vader, die in Edinburgh woont?
Droesem
Wie Laten wij aanbidden (2008) heeft gelezen, MacDonalds debuutroman, weet dat de Canadese schrijfster een geweldige orkestrator is die haar verhalen voorziet van spanning en verrassende wendingen zonder dat het geforceerd aandoet. In Fayne combineert ze, net als Dickens in Bleak House , een verhaal in de eerste persoon (Charlotte) met een verhaal door een alwetende verteller. In het begin is het lastig om je na de intimiteit van Charlottes geluid over te geven aan deze tweede stem, maar uiteindelijk werkt het. Bovendien kom je zo meer te weten over het negentiende-eeuwse Schotland: we komen in opvanghuizen voor armen en duiken in het verleden van Charlottes ouders.
Met Charlottes heerlijk ironische stem waait een frisse wind door dit boek. Ze verwijst naar de nietszeggende beleefdheidsfrases van haar tijdgenoten als 'droesem'. MacDonald heeft een zwierige, barokke stijl. Des te sprankelender is de afwisseling met Charlottes observaties over bezoekers: 'Droesem, sherry, gegiechel'.
Fayne bevat een waslijst aan victoriaanse ingrediënten, van de aan laudanum verslaafde vrouw tot de rondwarende geest. Toch is dit boek ook niet victoriaans, getuige de beschrijvingen van bloedende vrouwen, homoseksuelen en personages met vleselijke lusten: daarover schreef je niet in de negentiende eeuw. Een hybride roman dus, wat naadloos aansluit bij de thematiek.
Dit is een verhaal over personages die meer dan één identiteit hebben, die niet voldoen aan de norm, hetzij door hun seksualiteit, hetzij door de maatschappelijke taak die ze op zich nemen. Fayne is een feministische roman die zich verzet tegen hokjesdenken zonder pamflettair te worden.
Hoezeer je ook meeleeft met de personages, het is de heidegrond zelf die de Oscar krijgt, om zijn grillige verschijning en om de wijze waarop de schrijfster deze plek injecteert met betekenis. Emily Brontë zou tevreden geweest zijn.
Vertaald door Inger Limburg, Nijgh & Van Ditmar, 768 blz., € 29,99 (e-boek € 14,99).
Verberg tekst